Feed-aggregator
Nils Jansen benoemd tot hoogleraar Safe and Dependable Artificial Intelligence
Nils Jansen is per 1 september 2025 benoemd tot hoogleraar Safe and Dependable Artificial Intelligence aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Radboud Universiteit.
Het onderzoek van Jansen heeft een duidelijke visie: het vergroten van de betrouwbaarheid van kunstmatige intelligentie (AI). De onderzoeksgroep van Jansen doet breed fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek. Hun visie op neurosymbolische kunstmatige intelligentie combineert het gebied van machine learning en formele methoden, met een bijzondere focus op formele verificatie. Het team pakt problemen aan die zijn geïnspireerd door autonome systemen en planningsproblemen in de robotica. De volgende doelstellingen staan centraal in de inspanningen van Jansens groep:
Jansen is geïnteresseerd in verschillende aspecten van betrouwbaarheid en veiligheid in AI, intelligente besluitvorming onder onzekerheid en veilig versterkend leren. Een belangrijk aspect van Jansens onderzoek is een grondig begrip van de (epistemische of aleatorische) onzekerheid die kan optreden wanneer AI-systemen in de echte wereld worden toegepast.
Jansen (1982, Simmerath, Duitsland) begon zijn academische carrière aan de RWTH Aachen University, waar hij een diploma in computerwetenschappen behaalde. Hij vervolgde zijn studie aan de RWTH Aachen University, waar hij summa cum laude promoveerde. In 2015 voltooide hij zijn proefschrift Counterexamples in Probabilistic Verification, over het opsporen van bugs in systemen die probabilistisch gedrag vertonen.
Na zijn promotie in Aken verhuisde Jansen naar de Verenigde Staten om daar als postdoctoraal onderzoeker te werken. Jansen werkte iets meer dan een jaar aan de Universiteit van Texas in Austin, voordat hij zijn tenure track-positie als assistent-professor aan de Radboud Universiteit begon. Hij werkte meer dan zes jaar fulltime aan de Radboud Universiteit, voordat hij zijn functie als hoogleraar aan de Ruhr-Universiteit Bochum in Duitsland aanvaardde, waar hij ook de leerstoel AI en Formele Methoden bekleedt. Daarnaast is hij fellow van het European Laboratory for Learning and Intelligent Systems (ELLIS).
TU Twente claimt doorbraak in spraakherkenning
Spraakherkenning zonder zware software of energieverslindende processors: onderzoekers van de Universiteit Twente presenteren samen met IBM Research Europe en Toyota Motor Europe een compleet nieuwe aanpak. Hun chips laten het materiaal zelf ‘luisteren’.
De publicatie van prof. Wilfred van der Wiel en collega’s verscheen een dezer dagen in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature.
Tot nu toe verliep spraakherkenning via cloudservers en complexe software. De Twentse onderzoekers laten zien dat dit anders kan. Ze koppelden een Reconfigurable Nonlinear Processing Unit (RNPU), ontwikkeld aan de UT, aan een nieuwe IBM-chip. Die combinatie verwerkt geluid net zo vloeiend en dynamisch als het menselijk oor en brein. In testen bleek deze aanpak minstens zo nauwkeurig als de beste softwaremodellen – soms zelfs beter.
De impact kan groot zijn: gehoorapparaten die nauwelijks energie verbruiken, spraakassistenten die geen data meer naar de cloud sturen, of auto’s met directe spraakbesturing. “Dit is een nieuwe manier van denken over intelligentie in hardware,” zegt prof. Wilfred van der Wiel. “We laten zien dat het materiaal zelf kan worden getraind om te luisteren.”
De technologie is niet alleen toepasbaar op spraak, maar kan in principe elk tijdafhankelijk signaal verwerken. Video, beeld of data van sensoren zijn net zulke goede voorbeelden. Denk aan sensoren die continu metingen doen en daarbij ook zelfstandig kunnen handelen. Apparaten hoeven dan niet om de haverklap een nieuwe batterij, of voortdurend afhankelijk te zijn van een internetverbinding. Een groot deel van de rekentaken kan lokaal en energiezuinig worden uitgevoerd. Dat maakt apparaten slimmer en zelfstandiger.
Daarnaast kan de technologie worden ingezet om zware AI-taken te versnellen. Bepaalde onderdelen van complexe algoritmes zouden direct in de materialen zelf verwerkt kunnen worden, waardoor conventionele chips worden ontlast. Daarmee ontstaat een hybride aanpak: klassieke digitale circuits werken samen met in-materia componenten die specifieke taken veel sneller en zuiniger uitvoeren.
‘Camera van de buren’ grote ergernis
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) krijgt steeds meer klachten van mensen die zich zorgen maken over hun privacy door de deurbel- of beveiligingscamera van hun buren. De AP wil verkeerd gebruik van deurbelcamera’s zoveel mogelijk voorkomen. Daarom roept de AP fabrikanten op om deurbelcamera’s standaard privacyproof in te stellen.
In 2024 ontving de AP 370 klachten en 702 tips over deurbelcamera’s en beveiligingscamera’s van particulieren. Dat is een stijging van 20% ten opzichte van 2023. Dat blijkt uit de klachtenrapportage van de AP over 2024. In 2025 kreeg de AP tot augustus al ruim 300 klachten over particuliere camera’s.
De klachten gaan bijvoorbeeld over deurbelcamera’s die de voordeur van de overburen filmen en over camera’s die (deels) de openbare ruimte of andermans eigendom vastleggen. Dat mag niet volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Mensen hebben het gevoel dat zij in de gaten gehouden worden of in hun vrijheid worden beperkt.
De AP constateert dat mensen vaak niet weten wat de risico’s zijn van het gebruik van een deurbelcamera. Veel mensen weten niet dat hun camera onbedoeld te veel in beeld kan brengen. Ook hebben deurbelcamera’s vaak functies als gezichtsherkenning, nachtzicht of geluidsopname, die de impact op de privacy van anderen nog groter maken. Daarnaast worden de beelden mogelijk opgeslagen in landen buiten Europa, zoals de Verenigde Staten of China. En daar zijn persoonsgegevens soms niet veilig, omdat het niveau van bescherming van persoonsgegevens daar niet altijd hetzelfde is als in Europa.
De AP wil dat deurbelcamera’s zo gebruikt worden dat de privacy van anderen niet wordt geschaad. Daarom roept de AP fabrikanten van camera’s op standaard goede privacyinstellingen te bieden, die ook particulieren eenvoudig kunnen gebruiken. De AP heeft stuctureel meer budget nodig om het toezicht adequaat uit te kunnen voeren. Als er voldoende budget beschikbaar komt, wil de AP gaan bekijken hoe er meer bewustwording onder consumenten kan ontstaan.
Mobiel bellen en e-mail blijven voorkeursmethoden voor klantcontact
Mobiel bellen en e-mail zijn nog altijd de voorkeursmethoden van consumenten voor contact met organisaties. Deze twee communicatievormen domineren de markt. Alternatieven zoals websitechat, online formulieren en berichtenapps, worden aanzienlijk minder vaak als eerste keuze genoemd. Vaste telefonie en andere contactkanalen spelen een aanvullende, maar beperkte rol. Dat blijkt uit recent onderzoek door Telecompaper.
Zeven op de tien consumenten noemen mobiel bellen als voorkeursmethode voor contact met een organisatie. Daarmee blijft dit veruit de meest gekozen vorm van klantcommunicatie. Dit aandeel is relatief stabiel over verschillende leeftijdsgroepen, al ligt het onder jongeren van 16 tot 24 jaar met 59 procent aanzienlijk lager dan gemiddeld. E-mail volgt op afstand met 34 procent.
Volgens Ed Achterberg, auteur van het rapport, blijft bellen populair doordat het directe feedback mogelijk maakt. E-mail geldt voor veel consumenten als vertrouwd kanaal waarbij informatie vastligt. Digitale alternatieven zijn minder ingeburgerd en roepen mogelijk onzekerheid op over de mate en snelheid van reactie.
Digitale webkanalen genieten minder vaak de voorkeur bij consumenten voor contact met organisaties. Chat via de website wordt door 13 procent genoemd als voorkeursmethode. Vrouwen geven hieraan iets vaker de voorkeur dan mannen. Voor het indienen van een vraag via een online formulier kiest 10 procent van de consumenten. Binnen de groep van 68 jaar en ouder ligt dit aandeel beduidend hoger. Hoewel deze contactopties breed worden aangeboden door organisaties, worden ze minder vaak gezien als voorkeurskanaal.
Ook berichtenapps zoals WhatsApp of vergelijkbare platformen worden beperkt genoemd: 10 procent van de consumenten geeft aan hier de voorkeur aan te geven. Ondanks hun brede gebruik in persoonlijke communicatie, vormen ze voor klantcontact nog geen dominante methode.
Vast bellen wordt door 11 procent van de consumenten genoemd als voorkeursmethode voor contact met organisaties. Daarmee blijft vaste telefonie duidelijk achter bij mobiel gebruik. De rol van vaste lijnen is beperkt tot een kleinere groep consumenten die dit nog als primaire contactvorm gebruikt. Andere communicatieopties, zoals bellen via apps, sms of videobellen, worden nauwelijks genoemd en blijven als voorkeurskanaal op de achtergrond.
Bovenstaand onderzoek is gebaseerd op cijfers uit het Telecompaper Consumerpanel. De data zijn in juli 2025 verzameld onder 1.600 respondenten.
EDAY: Hoe simulatie militairen voorbereidt op de missie van vandaag
In een wereld vol onzekerheid, van cyberaanvallen tot geopolitieke instabiliteit, moet Defensie sneller dan ooit kunnen reageren. Maar hoe zorg je dat onze militairen klaar zijn voor situaties die ze nog nooit eerder hebben meegemaakt? Je hoort er alles over op EDAY, volgende week donderdag in Amsterdam.
Door realistische, digitale trainingsomgevingen kunnen militairen oefenen, falen en verbeteren, zonder echte schade. Defensie laat zien hoe zij technologie inzet als een middel om de gereedheid van haar mensen te vergroten, risico’s te beperken en besluitvorming te versnellen.
Danielle ter Haar, Hoofd R&D van het Simulatie Centrum, staat aan het front van technologische innovatie binnen de Landmacht. Met een achtergrond in business development als ook kennis van simulatiemiddelen, en een zoon die militair is, zet zij zich in om haar collega’s weerbaar te maken in een wereld vol technologische versnelling en onvoorspelbare dreigingen.
Onder haar leiding worden digital twins, AI-gedreven simulaties en next-gen trainingsomgevingen onderzocht en getest die de gereedheid van militairen naar een nieuw niveau tillen. Zij gelooft sterk in de kracht van samenwerken en kennis delen tussen (inter) nationale partners; NAVO, wetenschappelijke instituten en het bedrijfsleven.
Enkele jaren geleden startte ze een bedrijf onder de naam Pink Unicorn, dat zich ook al met VR bezighield. Daarover vertelde ze aan de site TechGirl: “De eerste keer dat ik een VR-bril op kreeg, dacht ik alleen maar: ‘Wow, hoe maken ze dit?’ Mario Kart en Tetris kende ik uiteraard, maar dit was een heel nieuwe wereld. Ik ben echt een andersdenkende en wilde VR gaan inzetten voor trainingen. Ik moest echter wel goed bedenken wat ik bedrijven zou zeggen. Welke meerwaarde biedt VR? Wat heeft een bedrijf eraan? Door mijn werk in de uitzendbranche kende ik natuurlijk heel veel bedrijven en die maakte ik warm om een opdracht samen te doen. Daar pluk ik nu de vruchten van. Dit is het 5e jaar van mijn bedrijf en ik word veel gevraagd om workshops te geven.”
In hetzelfde interview: “VR gaat op korte termijn niks vervangen, maar is wel een aanvulling op ons dagelijks leven. AR is dat ook. Wanneer je bijvoorbeeld Google Maps in AR zou openen, verschijnen de pijlen op de weg waar je heen moet lopen. Die tooling zal er meer zijn. Het zal niks vervangen, maar wel een aanvulling zijn op. Ook voor vergaderen. Teams blijft wel, maar we gaan vaker op afstand vergaderen in VR-omgevingen. Ik geloof ook dat het echt belangrijk wordt in het onderwijs. Straks geen laptop meer, maar een VR-bril mee naar school!”
EDAY vindt 2 oktober plaats in de Kromhouthal in Amsterdam Noord. Het volledige programma vind je hier. Een regulier kaartje kost 695 euro.
Na monopoliezaak: afsplitsing reclametak Google dreigt
De federale openbaar aanklager in de VS vraagt de rechter om Google te verplichten zijn grootste ad exchange op te splitsen.
Deze eis omvat de openingspositie in de afhandeling van een monopoliezaak tegen de techreus. Eerder besloot de rechter al dat Google Chrome en Android niet hoeft af te splitsen, maar wel schuldig is aan misbruik van monopolie.
Daarbij ging het specifiek om de open web display publisher ad server (DFP) en de ad exchange-marketplaats (AdX).
In de afwikkeling van de zaak, die de komende twee weken plaatsvindt, moet de rechte zich onder meer buigen over de vraag of Google de gemonopoliseerde diensten DFP en AdX moet opsplitsen. Niet áfsplitsen per se, maar minstens dusdanig onthechten dat uitgevers makkelijker naar een concurrent kunnen overstappen.
Google reageert: “Als geïntegreerde tools zouden worden losgekoppeld, zou het voor uitgevers moeilijker worden om inkomsten te genereren uit hun content en zou het voor adverteerders duurder worden om nieuwe klanten te bereiken. Dit zou een onevenredig groot nadeel zijn voor kleine bedrijven die ervoor kiezen om onze tools te gebruiken om te groeien.”
Verder zal ze moeten vastleggen hoe herhaling van marktmisbruik kan worden voorkomen. Andere partijen moeten een eerlijke kans krijgen. Een van de middelen daartoe zou het opensourcen zijn van Googles veilingsystematiek.
Na afronding van dit proces gaat de techreus in hoger beroep tegen de initiële uitspraak.
Today marks opening day for the Google ad tech remedies trial in Alexandria, VA. This court is known as the "rocket docket" because it takes pride in moving its cases along quickly. At @JusticeATR under @AGPamBondi's leadership, our job is to keep up with the rocket docket… pic.twitter.com/3yI9ZX0eDR
— Abigail Slater (@AAGSlater) September 22, 2025
Promptwatch haalt 1,2 miljoen op voor optimalisatie in AI-zoekmachines
Het Nederlandse Promptwatch haalt 1,2 miljoen euro groeifinanciering op bij investeringsfonds Arches Capital. Het bedrijf ontwikkeldt een platform dat organisaties helpt hun zichtbaarheid in AI-gedreven zoekmachines zoals ChatGPT, Claude en Perplexity te vergroten door middel van Generative Engine Optimization (GEO).
Het Amsterdamse bedrijf richt zich op marketeers en SEO-specialisten die hun traditionele zoekoptimalisatie willen uitbreiden naar AI-platforms. “Waar mensen vroeger bij Google zochten op een term als ‘hotel Barcelona’, stellen ze AI tegenwoordig een vraag als ‘Wat is het mooiste boutique hotel in Barcelona met dakterras en zwembad voor een weekendtrip?'”, licht CEO en mede-oprichter Gijs de Groot (foto, links) toe aan Emerce.
Waar Google dan een lijst met klikbare linkjes presenteert, tonen AI-zoekmachines een puntig geformuleerd antwoord. Ergens in de marge staat dan een linkje. Om de beschrijvende tekst en dat linkje draait het bij GEO. Bedrijven willen het liefst dat de AI zich laat inspireren door hún tekst en expertise.
Het platform van Promptwatch analyseert drie databronnen van de sites van zijn klanten. Ten eerste is dat prompt analytics, om te bepalen welke prompts relevant zijn voor een bedrijf. Daarnaast visitor analytics, om te meten hoeveel verkeer van AI-platforms naar de website komt. En als laatste crawler analytics, om bij te houden wanneer bedrijven worden bezocht, besnuffeld en daarna geciteerd in AI-zoekresultaten. Deze aanpak onderscheidt het bedrijf van concurrenten die zich voornamelijk richten op het meten van zichtbaarheid.
ChatGPT domineert momenteel de AI-zoekmarkt met ongeveer 80 procent van de zoekopdrachten, terwijl Claude en Perplexity elk pakweg 10 procent innemen.
Het Nederlandse platform sluit aan de achterkant aan bij websites van klanten om precies te kunnen traceren waar verkeer vandaan komt, in tegenstelling tot traditionele SEO-tools die de voorkant van websites analyseren.
Promptwatch werkt met een zichtbaarheidsscore van 0 tot 100 voor specifieke prompts. Als de score laag is, adviseert het platform welke content hoe moet worden verbeterd om de zichtbaarheid in zoekresultaten te verbeteren.
“Op dit moment kan een klant met enige inspanning al best grote stappen zetten, omdat het GEO-domein nog vrij nieuw is. Ze zien hun scores doorgaans met 10 tot 20 procent stijgen na implementatie van het platform.”
In vier maanden tijd wist Promptwatch klanten als Independer, Monks, Brunel, Erasmus Universiteit en a.s.r. aan zich te binden. De vraag komt vaak van chief marketing officers.
Met de nieuwe financiering wil Promptwatch zijn platform verder uitbouwen met verbeterde gebruikerservaring, meer gepersonaliseerde inzichten en betere data-interpretatie. Het bedrijf zet de investering voornamelijk in voor ontwikkeling en marketing.
eBay met Noorse overname achter Vinted aan
eBay heeft in Noorwegen het bedrijf Tise overgenomen, een marktplaats waar consumenten onderling tweedehands kleding en interieuritems verhandelen.
Tise uit Oslo is geen onbekende van eBay, omdat het in 2022 reeds in de scale-up investeerde.
Welke plannen eBay exact heeft met de Noorse marktplaats houden ze voor zich. De Amerikanen zeggen enkel dat ze blij zijn met de aanschaf van ‘een social-first, intuïtief platform met een levendige gemeenschap van Gen Z’ers en millennials’.
De volgende quote verklapt wellicht de ware intentie. ‘Er wordt verwacht dat het eBay aanvullende C2C-mogelijkheden zal bieden en tegelijkertijd eBays toonaangevende klantenservice en mondiale schaal naar Tise zal uitbreiden”.
Dat zou een terugkeer betekenen naar het type marktplaatsmodel waar het bedrijf een paar jaar geleden juist afscheid van nam.
De overname is verrassend, omdat eBay Group in 2020 juist al zijn marktplaatsen in Europa heeft verkocht aan uitgeefbedrijf Adevinta. Marktplaats.nl, bijvoorbeeld, is sindsdien Noors.
Alhoewel, Adevinta zelf kwam een jaar geleden in handen van de investeerders Blackstone en Permira.
De grootste speler in Europa voor de handel in tweedehands fashion en designitems is Vinted. Het lijtk erop, dat eBay zijn internationale expertise op het gebied van c2c e-commerce wil inzetten om Tise in die richting op te schalen.
In 2024 realiseerde Vinted Group een omzet van 813 miljoen, een stijging van 36 procent.
De helft van de twintig miljard handel die eBay Group elk kwartaal helpt realiseren vindt plaats buiten de VS.
Nvidia en Abu Dhabi Institute starten gezamenlijk AI-roboticalab
Chipmaker Nvidia en het Technology Innovation Institute (TII) in Abu Dhabi hebben een onderzoeks laboratorium opgericht in de Verenigde Arabische Emiraten dat zich richt op geavanceerde AI-modellen en robotica-platforms. Dit is het eerste Nvidia AI Technology Center in het Midden-Oosten.
Het lab combineert de multidisciplinaire onderzoekscapaciteiten van het TII met de AI-modellen en rekenkracht van Nvidia. Onder de overeenkomst kan TII gebruikmaken van Nvidia’s Thor-chip, om de ontwikkeling van humanoïde robots, viervoetige robots en robotarmen te versnellen.
Het initiatief past binnen de bredere strategie van de VAE om een wereldspeler te worden op het gebied van AI, mede door zijn sterke relaties met de VS om toegang te krijgen tot toptechnologie. Er zullen gezamenlijke teams worden ingezet en personeel worden uitgebreid speciaal voor dit project.
Vergelijk.nl krijgt twee nieuwe Scandinavische zusjes
Compare Group, het moederbedrijf van Vergelijk.nl, opent productvergelijkers in Denemarken en Noorwegen.
Vijfentwintig jaar nadat Ben Kerkhof Vertaa.fi lanceerde, en later diens tegenhanger in Zweden, maakt Compare Group het Scandinavische rondje af met de opening van sammenlign.no en .dk.
Directeur Joris Verwater meldde dat vorige week op LinkedIn, wat werd opgepikt door E-commerce News.
“Maar het gaat niet alleen om nieuwe markten. De afgelopen maanden hebben we onze service toekomstbestendig gemaakt met een nieuwe technische infrastructuur, een nieuw ontwerp dat eerst in Denemarken en Noorwegen wordt getest en productcategorieën die worden aangestuurd en bijgewerkt door AI.”
Productvergelijkers waren ooit dé bestemming voor wie vergelijkend prijsonderzoek wilde doen voor een aankoop. Google kaapte die markt in Europa door de zoekresultaten van Shopping te integreren in de generieke zoekresultaten.
Productvergelijkers hebben zich sindsdien ontwikkeld tot een soort bedrijven die verkeer genereren voor webwinkels, waaronder ook het adverteren van producten op Google Shopping.
Compare Group is een concurrent van Bigshopper, ook een uit Nederland afkomstige productvergelijken c.q. marketingspecialist.
Foto: Raj Kumar Joshi, Unsplash
Kijkgedrag van kinderen veelzijdiger: TV en streaming vullen elkaar aan
Kinderen van 6 tot en met 12 jaar combineren traditioneel TV-kijken steeds vaker met streamingdiensten. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van de NMO Kids Monitor 2025, die het mediagedrag van jonge kijkers in kaart brengt. Beide vormen van videoconsumptie zijn inmiddels een vast onderdeel van de dagelijkse routine.
TV-kijken is nog steeds een van de meest populaire bezigheden onder kinderen. Maar liefst 95% van de kinderen kijkt regelmatig TV, met een gemiddelde van 10,5 uur per week. Meisjes besteden iets meer tijd aan TV-kijken dan jongens. De oudere leeftijdsgroep (10 tot 12 jaar) kijkt meer TV dan jongere kinderen (6 tot 9 jaar).
Uit de NMO Kids Monitor blijkt dat maar liefst 46 procent van de kinderen regelmatig naar Nickelodeon kijkt, wat de populariteit van de zender benadrukt.
Jongere kinderen (6-9 jaar) kijken vaker naar zenders als Nick Jr., Nicktoons en RTL Telekids. Oudere kinderen (10-12 jaar) kijken met 50% weer vaker naar RTL 4 t.o.v. de jongere kijkersgroep.
Op het gebied van content zijn dieren, muziek, knutselen en sporten het meest in trek. Op platforms als TikTok en YouTube zoeken kinderen vooral naar grappige filmpjes, gamingcontent en creatieve video’s.
Naast traditionele TV zijn streamingdiensten inmiddels stevig geïntegreerd. 91 procent van de kinderen kijkt wel eens films en series via streamingsdiensten. Vooral de Ad Alliance SVOD*-platformen winnen terrein, met een stijging van 7 procent ten opzichte van 2023.
TV is nog steeds het meest gebruikte apparaat voor het bekijken van programma’s, films en series. Kleinere schermen zoals smartphones en tablets worden vooral ingezet voor gamen en sociale media.
Chemische computer volgende stap in strijd tegen overmatig energiegebruik
Mathieu Baltussen van de Radboud Universiteit heeft een voorloper van een goedwerkende chemische computer op te zetten. Hij promoveert 22 september op dat onderwerp aan de Radboud Universiteit.
De computers die we nu gebruiken zijn gebaseerd op elektronica, op eentjes en nulletjes. Dat werkt prima voor de toepassingen van nu, maar met alle ontwikkelingen die er gaande zijn, zoals AI, gaan we heel veel energie gebruiken. Daarom worden er ook kwantumcomputers ontwikkeld, of computers die geïnspireerd zijn op het brein (neuromorfe computers), maar Baltussen kwam met een ander idee: op basis van scheikundige reacties een computer bouwen.
‘Dat is al eerder geprobeerd’, legt Baltussen uit. ‘Wetenschappers probeerden de elektronische computers die we al hebben en de transistors die we daarin gebruiken, de nulletjes en eentjes dus, na te bouwen met moleculen. Alleen dat is heel lastig: moleculen passen niet mooi in een transistor.’ De scheikundige haalde daarom inspiratie uit hoe bacteriën met informatie omgaan. ‘Een bacterie is op zoek naar voedsel en scant de omgeving bijvoorbeeld af op zuurstof. Dat doet zij met behulp van chemische reacties. Dit kan je zien als informatieverwerking, een soort berekening – en dat is in principe wat er ook in een computer gebeurt.’
Baltussen keek wat hij nog op het lab had liggen waarmee hij iets zou kunnen bouwen en kwam uit bij de formose-reactie: een reactie in de scheikunde die waarschijnlijk aan de basis van het ontstaan van leven op aarde lag. Hierbij reageren meerdere suikerachtige moleculen herhaaldelijk met elkaar, waarna er een heel mengsel aan nieuwe, complexe moleculen ontstaat.
Hij bedacht om gebruik te maken van een ontwikkeling uit de neuromorfe computers: een reservoir computer. Simpel gezegd is een reservoir computer een methode waarbij ervanuit wordt gegaan dat er al een complex systeem ís dat ingewikkelde berekeningen doet. Je hoeft dan alleen maar de “goede berekeningen” eruit te halen. ‘Mijn hypothese was dat zo’n formose-reactie eigenlijk een reservoir computer is: een systeem waarbij al hele ingewikkelde berekeningen worden gedaan. Dat bestaat dus al, daar hoef je niks aan te doen. Je moet het alleen goed weten te gebruiken.’
Baltussen testte zijn hypothese onder andere door het gedrag van een E.colibacterie na te bootsen met een computermodel. Hij veranderde de omstandigheden van de bacterie, door bijvoorbeeld de beschikbare voedingsstoffen aan te passen, en deed hetzelfde bij een formose-reactie. ‘Vervolgens moet je dat zien te matchen en moet je ze op elkaar afstemmen. Zo leert het formose-reservoir om de uitkomst van de bacterie (het computermodel) te voorspellen. En wat je dan krijgt is dat je op basis van hoe een formose-reactie reageert op veranderende omstandigheden, je kunt voorspellen hoe de bacterie zich gedraagt.’
Het bleek te werken. Baltussen slaagde er ook in om op deze manier een basisvorm van het weer te voorspellen. ‘Dat was wel geweldig, dat het klopte wat ik had bedacht. Het was niet voor de hand liggend, dus dat het werkte, was heel mooi.’
‘Het grote voordeel is dat je veel minder energie en data nodig hebt op deze manier. Het zal de digitale computer niet vervangen, maar het kan misschien, net als een kwantumcomputer en neuromorfic computing, een plekje krijgen in een datacentrum voor specifieke berekeningen.’ De wetenschapper ziet ook toepassingen in de nanotechnologie voor zich, bijvoorbeeld in de biomedische wetenschap. Je kunt dan denken aan slimme lichaamssensoren. ‘Maar dat is allemaal nog ver weg. Er moet eerst veel meer onderzoek komen – en er moet dus veel meer geld beschikbaar zijn – om dit nog verder te kunnen ontwikkelen.’
AI-chatbot Claude begint internationale reclamecampagne
Anthropic liet door reclamebureau Mother uit Londen een internationale reclamecampagne ontwikkelen om zijn AI-chatbot Claude een bekender consumentenmerk te maken.
Eind vorige week maakte Mother bekend dat ze voor Anthropic uit de VS gaan werken. Tegelijk daarmee brachten ze de eerste commercial uit. Het hoofdthema: ‘Keep thinking’, de Claudes slogan naar de consumentenmarkt.
Het hoofdthema: ‘Keep thinking’, de Claudes slogan naar de consumentenmarkt. Andrew Stirk, hoofd merkmarketing bij Anthropic, legt uit dat ‘Keep thinking’ is bedoeld als strijdkreet en als belofte.
IPG Initiative is naast met Mother aangesteld als mediabureau. Het mediaplan omvat in de VS grote sportuitzendingen op tv, shows op streamingdiensten en publicaties zoals The New York Times en Wall Street Journal, maar ook podcasts en influencers.
Reageerders onder de YouTube-video lijken gecharmeerd van de muziekkeuze van de commercialmakers:
EDAY: Hoe internet via glasses onzichtbaar wordt
“Het volgende internet vraagt geen actieve input meer van de gebruiker, maar werkt op grond van diens emoties en behoeftes.”
Openingsspreker Liya Safina laat op 2 oktober om 10:15 op EDAY zien hoe de volgende interface op digital eruit ziet. Of eigenlijk: onzichtbaar wordt.
Safina werkt als digital designer met Googles XR-team. Eerder werkte ze voor onder meer Toyota en Nike, ook daar om een holistische visie te schetsen voor het concern. Key in haar verhaal is de vraag: waar het gaat het naartoe met de interface van de toekomst?
In de afgelopen decennia zijn we geconditioneerd geraakt op het web als de facto interface. Zelfs mobiele apps worden nog steeds gebouwd als kleine spin-offs van de website. Conceptueel niet slecht, maar niet erg toekomstgericht.
Nieuwe interfaces dienen zich aan en designers zullen hun werk en bedrijven hun dienstverlening op moeten aanpassen. Digitale brillen zoals die van Snap, Meta, HTC zullen er komen linksom of rechtsom. Maar ook ChatGPT toont zich als een moderne en toch onbekende interface. Immers, hij práát terug en geeft doorwrochte antwoorden.
Ontwerpers moeten naar Safina’s idee uitgaan van de unieke kenmerken van elk apparaat. Functie volgt vorm. Apps moeten múst haves zijn, geen showcases van technologie.
Kijk naar handelingen die mensen regelmatig verrichten en probeer deze te verbeteren door nieuwe waarde toe te voegen. Dit kan door tijd te besparen, meer toegang te bieden of het betaalbaarder te maken.
De keynotespreker omschrijft het concept van ‘invisible service’, waarbij een behoefte wordt herkend en ingevuld voordat de gebruiker het überhaupt beseft. De digitale diensten áchter de interface zijn inmiddels zo slim geworden dat ze de wens of intentie van de gebruiker al kunnen inschatten voordat hij überhaupt nog maar iets heeft gezegd of geschreven.
Na deze presentatie op EDAY kijk je nooit meer hetzelfde naar een site, app of dienst. ER zit altijd iets meer áchter.
*) EDAY vindt 2 oktober plaats in de Kromhouthal in Amsterdam Noord. Het volledige programma vind je hier. Een regulier kaartje kost 695 euro.
Foto: Alireza heidarpour, Unsplash
Digitaal bureau Wisemen splitst zich op
Digitaal bureau Wisemen kondigt een strategische stap aan: de opsplitsing in twee aparte bedrijven, Wisemen en Tide Agency. Met deze keuze wil de groep meer nadruk leggen op focus, specialisatie en verdere ontwikkeling.
Het vernieuwde Wisemen behoudt zijn naam en identiteit, maar scherpt zijn positie op de markt aan. Onder leiding van Gerrit Schalenbourg richt het bedrijf zich voortaan uitsluitend op maatwerksoftware: van ERP- en CRM-systemen tot integraties en (mobiele) applicaties. Wisemen werkt hiervoor onder andere samen met Tennis en Padel Vlaanderen, TRIXXO, ABB, Kom op tegen Kanker en de Vlaamse Overheid.
Uit het marketingteam van Wisemen ontstaat Tide Agency. Dit bureau blijft organisaties ondersteunen met strategische marketing, account-based marketing en personal branding. Klanten zijn onder andere VKW Limburg, Group Jansen, DrivOlution en Hospidex.
Het oorspronkelijke bedrijf werd in 2013 opgericht als Appwise en ging in 2019 verder onder de naam Wisemen. Waar het begon met appontwikkelng als kernactiviteit, evolueerde het naar een bureau met zowel ontwikkel- als marketingdiensten. Nu worden deze twee activiteiten ondergebracht in afzonderlijke bedrijven, die elk hun eigen merk en aanbod hebben maar blijven samenwerken binnen dezelfde groep.
Thuiswinkel: Mobiel e-commerce dominant, bijna leidend
Nederlandse consumenten hebben in het eerste halfjaar van 2025 ruim 17 miljard euro online uitgegeven, een procent minder dan vorig jaar. De smartphone is bíjna de dominante drager van e-commerce.
Dit blijkt uit de jongste cijfers van de Thuiswinkel Markt Monitor, het onderzoek naar online consumentenaankopen in Nederland.
De nieuwe cijfers laten een aantal trends zien. Een daarvan is op zich niet verrassend, maar wel betekenisvol. E-commerce in Nederland zal over een jaar twee overwegend via mobiele telefoons verlopen. Nu is dat veertig procent mobiel tegenover 46 procent desktop/laptop. Maar die verhouding verandert elk jaar met drie tot procent procentpunten in het voordeel van mobile commerce.
“Vooral jongeren gebruiken hun telefoon vaak voor online aankopen. Het gemiddeld besteed bedrag via de smartphone (79 euro) blijft wel lager dan via de laptop (122 euro). Consumenten gebruiken hun smartphone met name wanneer het gemiddeld aankoopbedrag betrekkelijk laag is, zoals Food/Near Food, Kleding en Schoenen & Personal Lifestyle”, zegt Paul Nijhof, interim-directeur van Thuiswinkel.org.
Een andere trend is die van de áfname van e-commerce uit China. De bestedingen bij Chinese webshops daalden, van 248 miljoen naar 196 miljoen euro. Wel is het zo dat deze groep verkopers meer items (+10%) verkochten richting Nederland. Dat houdt een lager gemiddeld verkoopbedrag per transactie in. Anderhalve procent van de e-commerce-omzet in Nederland komt uit het verre oosten.
Nog een opvallende verandering: het marktaandeel van iDEAL als betaalmethode daalt. Waar in het eerste halfjaar van 2024 nog 73 procent van de aankopen met iDEAL werd afgerekend, is dat 70 procent in de eerste helft van 2025. Deze daling komt door een verschuiving naar andere betaalmethoden, zoals Klarna stijgt juist. Dat steeg van drie naar vier procent, voornamelijk door toenemend gebruik bij Kleding en Schoenen & Personal lifestyle.
Nederlandse consumenten hebben in het eerste halfjaar van 2025 ruim 17 miljard online uitgegeven. Dat is een procent minder dan een jaar geleden. Deze afname komt door dalende uitgaven aan diensten (-7%). De online bestedingen aan producten stijgen met drie procent.
De daling in dienstenomzet komt vooral door een sterke afname bij Tickets voor Attracties en Evenementen (-16%). Het aantal online aankopen in deze categorie neemt eveneens fors af (-15%).
Oracle gaat Amerikaanse TikTok-algoritme bouwen
Oracle gaat een Amerikaanse versie van TikToks algoritme bouwen en beveiligen als onderdeel van de verkoop van de Amerikaanse belangen van ByteDance. ByteDance verleent aan Oracle een licentie, waarna Oracle een kopie zal maken, deze zal hertrainen en beheren onder Amerikaanse controle om nationale veiligheidszorgen over Chinese invloed weg te nemen.
Amerikaanse functionarissen zeggen dat Oracle verantwoordelijk wordt voor alle Amerikaanse gebruikersdata en de beveiliging ervan. Het algoritme — dat bepaalt welke video’s gebruikers te zien krijgen — zou eveneens onder Amerikaanse controle vallen.
De deal resulteert in een nieuw bedrijf in de VS waarin Amerikaanse investeerders — waaronder Oracle, Silver Lake en Andreessen Horowitz — gezamenlijk ongeveer 80 procent van TikToks Amerikaanse operatie beheren. ByteDance behoudt minder dan twintig procent.
Volgens de White House persvoorlichter zullen zes van de zeven bestuurszetels van deze nieuwe entiteit ingevuld worden door Amerikanen. ByteDance mag één zetel nomineren, maar geen rol spelen in veiligheid of algoritmebeheer.
Dell-oprichter Michael Dell en Fox Corporation zijn mogelijk ook betrokken bij een deal om de Amerikaanse aftakking van TikTok te kopen, zo liet president Donald Trump weten.
High end klanten – 5 strategieën
Emerce Fashion 2025: de foto’s
Op 18 september kwam een selecte topgroep uit de online fashionindustrie samen in Woudschoten te Zeist om de nieuwste inzichten tot zich te nemen. Hieronder een fotoreportage.
Sprekers op Fashion waren onder meer Milan Daniels (Otrium), Caitlin Margoulis (Pinterest), Miriam Geelhoed (Modint) en Peter-Paul van Oosterhout (Wuunder).
De foto’s zijn van Merten Snijders. Hieronder een greep uit de volledige reportage.
Bijna de helft van de Nederlanders vergelijkt internetabonnement niet jaarlijks
Uit recent onderzoek van vergelijker Overstappen.nl blijkt dat 46 procent van de consumenten afgelopen jaar niet heeft gecontroleerd of hun internetabonnement goedkoper kon. Slechts 13 procent stapte daadwerkelijk over naar een andere provider, terwijl 41 procent hun abonnement wel controleerde, maar niet veranderde.
Het onderzoek laat zien dat jongeren actiever zijn in het vergelijken en overstappen. Van de 18-34 jarigen controleerde bijna 57 procent hun abonnement, en bijna 20 procent stapte daadwerkelijk over. Van de 55-plussers controleerde slechts 42 procent hun abonnement, met een overstappercentage van iets meer dan 10%. De groep 35-54 jaar bevindt zich daar tussenin: 54 procent controleerde hun abonnement en 14 procent stapte over.
Een verklaring voor het beperkte overstapgedrag ligt mogelijk in de praktische drempels. Veel consumenten ervaren overstappen als gedoe, of zijn bang hun huidige service of internetkwaliteit te verliezen. Vooral ouderen voelen vaak minder de noodzaak om te vergelijken of over te stappen. Bij de middenmoot (35-54) lijkt er meer bewustzijn te zijn, maar ook daar leidt een controle lang niet altijd tot een overstap.
Belangrijkste bevindingen op een rij
12,9% van alle ondervraagden stapte over van provider
40,9% controleerde hun abonnement, maar bleef bij hun huidige provider
46,2% controleerde helemaal niet
Jongeren (18-34 jaar) controleren vaker en stappen vaker over: 19,6% stapte over
35-54 jarigen bevinden zich daar precies tussenin: 54% controleerde hun abonnement, bijna 14% stapte over
Ouderen (55+) controleren minder en stappen minder vaak over: 10,9% overstappers
Niet-overstappers bang voor gedoe
